
Sommige boeken kruipen onder je huid. Ze raken je op een manier die je niet verwacht en laten je nadenken over jezelf, je leven en de keuzes die je maakt.
Dingen die ik leerde van het vallen van Claire Nelson is zo’n boek.
Het vertelt het waargebeurde verhaal van Claire, een journalist die, zoekend naar richting in haar leven, besluit om in haar eentje te gaan hiken in Joshua Tree National Park.
Wat een verhelderende tocht had moeten worden, verandert in een overlevingsstrijd wanneer ze na een misstap zes meter naar beneden valt en haar bekken verbrijzelt.
Vier dagen lang ligt ze in de snikhete woestijn, zonder dat iemand weet waar ze is.
Dit boek is haar verhaal—een verslag van haar fysieke en mentale strijd, maar ook een reflectie op het leven zelf.
Wat me meteen raakte, was hoe Claire zich in de dagen voor haar ongeluk voelde.
Ze beschrijft een gevoel van doelloosheid, van ergens zijn waar je niet écht bent, van een leven leiden dat niet per se verkeerd is, maar ook niet vervullend.
Die onzekerheid over ‘wat nu?’ voelde pijnlijk herkenbaar.
Hoe vaak leven we niet op de automatische piloot, zonder echt te voelen of we nog wel op het juiste pad zitten?
Ze schrijft over hoe ze zichzelf steeds vaker isoleerde, zich afvroeg waarom anderen hun leven wél leken te begrijpen en waarom zij altijd het gevoel had dat ze achter de feiten aanliep.
Ze dacht dat deze soloreis haar antwoorden zou geven.
Maar in plaats daarvan werd het een beproeving waarin ze haar diepste angsten onder ogen moest zien.
Wat haar verhaal zo indrukwekkend maakt, is de rauwe eerlijkheid waarmee ze haar ervaringen beschrijft.
Dit is geen geromantiseerd heldenverhaal. Ze vertelt over de momenten van hoop, maar ook over de wanhoop, de pijn, de angst en de hallucinerende dorst die haar keer op keer bijna deed opgeven.
Ze beschrijft hoe ze sprak met haar moeder in haar hoofd, hoe ze zichzelf moest toespreken om niet weg te zakken in de verleiding om het op te geven.
Een passage die me diep raakte, was haar beschrijving van het moment waarop ze zich realiseerde dat ze misschien niet gered zou worden.
Ze lag daar, uitgedroogd, verzwakt, en keek naar de sterrenhemel.
En toen gebeurde er iets bijzonders: ze voelde rust. Een diep besef dat alles goed was, ondanks alles.
Dat moment deed me denken aan hoe we in het leven vaak vechten tegen wat is.
We willen controle, we willen zekerheid, maar soms is er alleen het moment zelf, en daarin kunnen we rust vinden.
Het boek wisselt tussen haar benarde situatie in de woestijn en terugblikken op haar leven in Londen en Nieuw-Zeeland.
Hierdoor leer je haar echt kennen, begrijp je waarom ze zich verloren voelde en waarom deze reis zo belangrijk voor haar was.
Het is niet alleen een verhaal over overleven, maar ook over de menselijke drang naar betekenis en hoe breekbaar én sterk we tegelijkertijd kunnen zijn.
Wat me bijblijft, is niet alleen haar veerkracht, maar ook de vragen die haar verhaal oproept.
Hoe vaak luisteren we echt naar onszelf? Hoe vaak negeren we de signalen dat we misschien iets anders nodig hebben?
En wat als de momenten waarop alles instort, eigenlijk ook de momenten zijn waarop we opnieuw kunnen beginnen?
Voor iedereen die zichzelf wel eens verloren heeft gevoeld, die zoekt naar richting of simpelweg een krachtig, inspirerend verhaal wil lezen—Dingen die ik leerde van het vallen is een boek dat je niet loslaat.
Het is een herinnering aan hoe kwetsbaar we zijn, maar ook aan hoe diep onze wil om te leven reikt.
Reactie plaatsen
Reacties